Het chassis is schoongestraald en voorzien van een primer. Slechts vier stukjes staal heb ik moeten herstellen: drie plaatsen waar de carrosserie aan het chassis waren gelast bij eerdere reparaties en het linker achterstuk, daar waar water en benzine langs de tankdop op het chassis kon lopen. Het geeft een goed gevoel dat het echte vieze werk nu gedaan is. De eerste opbouw kan beginnen. Omdat ik de carrosserie zodanig sterk wil maken dat het ook zonder het chassis zijn vorm houdt maak ik extra steunen in het chassis zodat ik geen veertig klinknagels nodig heb maar met slechts een paar bouten de carrosserie met het chassis kan verbinden.
De originele houten vloerpanelen die toch vervangen moesten worden,  worden nu een vaste stalen vloer in de carrosserie.
Ik monteer de achteras en maak notities van te vervangen of ontbrekende onderdelen. De lijst wordt snel langer en ik ontdek al gauw dat die onderdelen niet gemakkelijk te vinden zullen zijn. Enfin, dat is voor een later tijdstip.
Ik bouw een juk met daaraan en handtakel zodat ik de carrosserie op en van het chassis kan hijsen zonder extra handjes in de buurt te hoeven zoeken. Het systeem werkt buitengewoon en het spaart mijn rug.